Vanaf die tijd is er heel veel bewaard gebleven over de groep. Daar kun je een DIK boek mee vullen. Maar niet doen. Kees Kamerbeek hield bijvoorbeeld nauwgezet bij wat er bij de welpen gebeurde. Uit het jaar 1960 dateert bijgaande groepsfoto. Die hangt ook al sinds die tijd in het huidige gebouw. Zelf sta ik er ook op maar ik houd het hoofd achteraan gebogen. Kees Kamerbeek staat rechts vooraan. Op 1 januari 1961 hadden we 12 welpen en 27 verkenners.
Ook op de foto staat Leo Kruiskamp die later als schoolhoofd in Gorinchem ons gebouw misschien wel 20 keer heeft gehuurd voor zijn school. In die tijd was het nog een echte Amersfoortse groep, want Leusden was eigenlijk alleen maar Leusbroek en Hamersveld! Kleine dorpen toen.
Ter gelegenheid van het 15 jarig bestaan wordt op 4 februari 1961 in het Seinlicht aan de Beekensteinselaan een propaganda-avond gehouden. Het programma was ernstig van toon. In de groepsraad van 6 november 1960 is dat besproken. Kijk maar naar de notulen van die dag. In 1961 ontwikkelen we plannen om het troephuis weer uit te breiden, met een grotere keuken en een echt washok. Dat gebeurt met inzet van enkele ouders in 1962. De grotere keuken wordt ook leiderslokaal. Maar eigenlijk is het veel te klein en in november 1962 besluit men dat de verkennersleiding ruimte moet vinden in het waslokaal. Aangezien dat een heel kleine ruimte was is, dat nooit doorgegaan. Het jaar 1963 staat bol van de vele activiteiten. 23 welpen staan onder leiding van Joke Arisz en Kees Kamerbeek. Kees hield er altijd een aantal rituelen op na. Dat de korte broek ook in de winter werd gedragen blijkt wel uit bijgaande foto. Want het is kerst!!! 26 verkenners staan onder leiding van Hopman Ruitenberg en Vaandrig Van Plateringen.
In september 1963 richten Jan Pruis, Marc Peter Lammertink, Hans en Rob Daale de Bisongeloei op. Over de historie daarvan is er een special gemaakt.
In 1964 waren vijf jongens te oud als verkenner maar te jong voor een eventueel stamlidmaatschap. Ze vormden daarop een seniorpatrouille, de Rhinocerossen. Jan Pruis, Berend van Hoorn, Co Abercrombie, Rob Daale en Evert Jan Bremmer zaten er in. Zij maakten gebruik van het washok!!
Verder waren er problemen met boswachters. Je had in De Treek een wandelkaart nodig. Een oplossing was er nog niet! Een paar maanden later kwam die toch: dagkaarten kopen! Dat hebben we dan maar bitter weinig gedaan. De aanleiding tot de kwestie is (uit mijn herinnering): bij een voetbalwedstrijd met Impeesa in 1963 op het Appelweitje (nu golfbaan) kwam vlak voor het begin een boze, bekende boswachter langs op zijn brommer en verbood ons te voetballen, tenzij we ƒ 25,– zouden betalen. Dat deden we toen maar.
Wat het milieu betreft anno 1964: We hadden nog geen afvoer van water, maar we hadden een waterkuil achter het gebouw. We hadden wel een hakplaats maar ook kuilen om het vuil in te gooien. Langs het hek moeten overal van die volgegooide kuilen liggen. Wie daar graaft moet zeker iets tegenkomen. En we hadden in ons gebouw voor de verhuur nog strozakken. De groepsraad besluit in november dat er veldbedden moeten komen. Die kwamen er niet; wel matrasjes.
In 1965 bestonden we 20 jaar, maar dat vierden we pas in 1966 en hoe! Was het in 1955 nog iets stichtelijks, in 1966 gingen we naar het Maarten Maartenshuis dat tussen Maarn en Doorn ligt. Ik herinner me de immense kussengevechten van de stam, waarbij toevallig binnenkomende welpen direct de deur weer uit werden gemept!!! En dat met een kussen. We hebben nog wel de korte broek, zij het dat de staf al wel in een lange broek liep.
Op 18 september 1965 werd de stam opgericht. Jan Pruis, Co Abercrombie, Rob Daale, Hans Daale, Evert Jan Bremmer en Bert Wallert ondernamen de stap onder leiding van vaandrig Van Plateringen. De leiding wist met deze jongens eigenlijk geen raad. Ze waren daarvoor een seniorpatrouille!! Ze werden te oud. Het onderkomen was het schamele washok, maar dat deerde niemand toen. De stam bestaat dus vanaf 1965.
In 1966 hadden we als groep voor het eerst contact met een meisjesgroep(!). Dat kwam zo: de Merhulagroep uit Baarn had geen eigen clubhuis. Ze schreven een brief aan Koningin Juliana. Die schreef terug dat ze op het paleisterrein wel een plekje beschikbaar wilde stellen. Aldus gebeurde en het zou niet tot onze historie hebben behoord als Hopman Ruitenberg geen verkering met een leidster van Merhula had gekregen (Jeanette Nederhorst). Merhula had nauwelijks geld maar het gebouw kwam er toch, mede met hulp van onze groep. Want stam en verkenners egaliseerden twee weekenden lang de grond. Goedkope arbeid dus. Een jaar later groef de stam een kampvuurkuil. Uit deze contacten ontstonden diverse relaties!
Op 22 april 1966 werd afscheid genomen van een markante traditie. Tot dat jaar vierden we om 07.00 uur St.Jorisdag op de Hof, in alle vroegte dus! In 1966 hoefde dat niet meer en hadden we een soort van wijdingsdienst. Wat bleef was het eigen kampvuur en het vertellen van het mooie verhaal van Joris en de Draak. Eind 1966 wordt de korte broek vervangen door een lange broek. In 1966 gingen de verkenners en de stam naar Terschelling voor hun zomerkamp.
De stamsport bij uitstek was boomvoetbal. Twee bomen en twee partijen. In ons bos zie je anno 2015 heel vaag nog twee bomen met een geschilderde groene ring. Die bomen hebben heel veel doelpunten te zien gekregen. De stam nam de beslissing een stamhut te gaan bouwen vast aan het clubhuis. Op 29 oktober 1966 ging de eerste schop de grond in.
In 1967 gaan de verkenners naar een zomerkamp in Ierland. Een groot spektakel. De welpen gaan steevast naar de boerderij van boer Berenpas in Vorden. Menig welp uit die tijd is alleen maar in Vorden geweest. De moeite waard om daar nog eens naar terug te kijken. Maarten de Jong is mee als staflid in een van die zomerkampen.
Op 25 november 1967 wordt de stamhut geopend. De naam is heel typerend BISONKRAAL. In de middag was er een autorally en om 17.30 uur vond de officiële opening plaats met een fles Maniwater. Evert had een ingewikkelde deuropeningsinstallatie gemaakt en door een ontploffing ging de deur open. Hierna konden de 30 genodigden met de stam naar binnen toe. Een toast Manitoba-water en een broodmaaltijd besloten het officiële deel.